Georg Philipp Telemann

Telemann-Tore
Machet die Tore weit

Dominica 1 Adventus
Concerto 
Machet die Thore weit

2 Hautbois [hobo]
2 Violin:
1 Viola
4 Voci: [stemmen]
è [en]
Continuo 

Chalumeau
Chalumeau
telemann met pruik
Georg P. Telemann
Telemann in Zary (Polen)
Telemann in Zary (Polen)

Georg Philipp Telemann (1681-1767)

Maagdenburg

Georg Philipp werd geboren in 1681, in Magdeburg, als zoon van Hermann Telemann diaken van de Heilig-Geist-Kirche. Muzikaal waren de Telemanns niet, en ook in de familie van Mevrouw Telemann, Maria Hartmeier, werd er niet veel gemusiceerd. Toen haar man in 1685 - het geboortejaar van Johann Sebastian Bach – stierf, stond zij alleen voor de opvoeding van haar twee zoons. Het beviel haar allerminst dat Georg naast zijn lidmaatschap van het zangkoor ook nog in de weer was met de viool, de fluit en de citer. Hij schrijft zelfs al op 12-jarige leeftijd een opera, Sigismundus.

Zellerfeld

Moeder Maria stuurde hem daarop naar een school in Zellerfeld, 60 km van Magdeburg, waar ze hem die gekke fratsen wel zouden afleren. Ze was er als de dood voor dat hij zou opgroeien als ‘Gaukler, Seiltänzer, Spielmann oder Murmelthierführer etc.’  (goochelaar, koorddanser, speelman en marmottendresseur) zoals puriteinen binnen de Lutherse kerk haar vermanend voorhielden. Ze pakte de kleine Georg alle composities en instrumenten af, 'und mit ihnen das halbe Leben', zei hij later.
Het haalde niks uit. De directeur van de school wijdde hem stiekem in in de geheimen van de basso continuo en Georg zorgde op zijn beurt voor kerkmuziek. Het stadsorkest speelde zijn Tafelmusik, die Telemann ook wel Bratensymphonien noemde.

Hildesheim
Vanaf 1697 zat hij op het gymnasium in Hildesheim, nog eens 60 km verder. De rector bestelde bij hem niet alleen religieuze composities, maar waarschijnlijk ook de zogenaamde Singende Geographie, aardrijkskundelessen-op-muziek. Hij leerde zichzelf hobo, chalumeau (voorloper van klarinet), viola da gamba, contrabas en bastrombone spelen. Af en toe mocht hij de organist in de katholieke (!) kerk in Sankt Godehard vervangen.

Bezoeken aan het hof in Braunschweig en Hannover brachten hem in contact met de nieuwste muziek, bv. die van Corelli en Rosenmüller.

Leipzig

Georg Philipp vertelt in de eerste van zijn drie autobiografieën dat hij in 1701, 20 jaar oud, naar de universiteit van Leipzig ging om er op bevel van zijn moeder rechten te studeren. In zijn tweede levensbeschrijving kwam hij met een andere versie. Hij had zelf voor jurastudie gekozen maar een kamergenoot had zijn compositie over Psalm 6 op zijn kamer gevonden en laten uitvoeren, waarna de burgemeester hem vroeg voor de twee kerken, de Thomaskirche en de Nikolaikirche, elke veertien dagen twee werken te schrijven.

Hoe dan ook, van de rechtenstudie kwam niets terecht. Hij richtte een studentenmuziekvereniging op, het Collegium musicum, werd artistiek directeur van het Opernhaus auf dem Brühl, schreef zelf opera’s - acht in drie jaar, om mee te beginnen -, en was organist. Hij deed er alles aan om de studenten, leeftijdgenoten!, de nodige bijverdiensten te verschaffen, bv. door ze in een café operazangstukken te laten zingen op de middag vóór de uitvoering. Geen wonder dat hij ruzie kreeg met Kuhnau, de cantor van de kerk, die zijn koor zag krimpen. Zijn zangers-studenten zongen liever die verderfelijke opera’s dan de cantates tijdens de liturgie.

Sorau en Eisenach

Na twee jaar (1705-1707) aan het hof van een graaf in Sorau (nu Polen: Zary), trad hij in dienst van Hertog Johann Wilhelm von Sachsen-Eisenach.
Minstens vier cantatencycli heeft hij hier geschreven.
Op zijn dertigste, eind 1709, trouwde hij met een hofdame van de graaf van Sorau, Amalie Louise Juliane Oberlin. Na 15 maanden huwelijk stierf zij ten gevolge van de geboorte van hun dochtertje. Die verschrikkelijke gebeurtenis greep hem geweldig aan. Het leven aan het hof beviel hem bovendien slecht: er werd veel verlangd, de hofhouding keek met minachting neer op het kapelmeestertje en om het minste of geringste kon iemand in ongenade vallen.

Frankfurt am Main

Hij vertrok in 1712 met zijn dochtertje Maria naar Frankfurt am Main. Voor het kind moest hij uiteraard een oppas regelen en zo kwam Maria Katharina Textor, een 14-jarig meisje, in zijn huis. Je voelt ‘m al aankomen: in augustus 1714 trouwde hij, 33, met haar. Zij was zestien. Voordat ze in 1721 naar Hamburg vertrokken, hadden ze al vijf jongens en een meisje. In die stad werden nog drie jongens geboren. In tegenstelling tot de vele kinderen van Bach was in Telemanns gezin niemand muzikaal.

Hij was hier kapelmeester in de kerk, stedelijk muziekdirecteur en dirigent bij het beroemde Frauensteincollegium, maar ook werkte hij als bestuurder van een charitatieve instelling in de stad en als oprichter van een tabakcollege.
Een lucratieve bijbaan was zijn functie als ‘Kapellmeister von Haus aus’ voor de stad Eisenach. Hij kreeg een salaris voor het zenden van composities zonder dat hij daar werkte. (Wellicht is “Machet die Tore weit’ uit 1717 daar wel een voorbeeld van.) Later, in Hamburg, deed hij dat tegelijkertijd voor de stad Frankfurt om zijn Frankfurtse burgerschap te behouden.
Een aanbod uit Gotha om daar te komen werken sloeg hij af, toen zijn werkgever er een salarisverhoging voor overhad als hij zou blijven. Zijn inkomsten bedroegen zo’n slordige 1600 gulden, naar huidige maatstaven een dikke € 100.000. Dat verdienden alleen de hoogste hoffunctionarissen.

Hamburg

Vanaf 1721 was Hamburg zijn domicilie. Hij had een flinke werkkring: organist en cantor van de Latijnse school, muziekdirecteur van de vijf Lutherse kerken, leider van het Collegium musicum en artistiek leider van de Oper am Gänsemarkt. Alleen al voor de kerken moest hij voor iedere zondag twee cantates schrijven en elk jaar een passie. Vijfentwintig opera’s componeerde hij, maar ze waren in Lutherse kringen niet al te populair. Men vond opera's verderfelijk en aanstootgevend. Na een paar jaar van negatieve exploitatie ging de opera in 1738 failliet.

In 1722 had de Leipziger Thomaskirche een cantor nodig. Telemann werd als beste van zes kandidaten voorgedragen; de commissie kende hem nog! Maar hij trok zich terug. De sollicitatie was alleen bedoeld om zijn salaris-eisen in Hamburg kracht bij te zetten. Het was een oude truc, die in Frankfurt immers ook gelukt was.
De componist Graupner, die men vervolgens wilde aanstellen, mocht van zijn landheer niet vertrekken. Toen kreeg Johann Sebastian Bach, die in eerste instantie niet had gesolliciteerd, de baan. Een één-tweetje met Telemann, zo lijkt het. Ze kenden elkaar immers al een aantal jaren heel goed. Dat blijkt wel uit het feit dat Georg Philipp in 1714 gevraagd was om als peetoom van Carl Philipp Emanuel Bach op te treden.

Al zijn werk, 40 banden vol, gaf hij in eigen beheer uit: het maakte maakte zelf de illustraties, trok adverteerders aan en maakte de kopij drukklaar. De stadsdrukker deed hem een proces aan omdat Telemann zijn eigen drukker koos. In eerste instantie mocht hij gewoon zijn gang gaan, maar later moest hij toegeven en werd Georg Philipp  verplicht met de stadsdrukker samen te werken tegen royalty’s en presentexemplaren. Dat duurde niet al te lang: na 1757 ging hij op de oude voet ongehinderd door. Hij ergerde zich mateloos aan het algemeen geaccepteerde verschijnsel van roofdrukken. In die strijd ging hij zelfs naar Parijs, waar zulke plagiaatwerken verschenen waren.

Heel Europa wilde zijn muziek hebben; door zijn geweldige netwerk was Telemann ook door zijn uitgebreide connecties overal bekend. Hij was namelijk een paar jaar, van 1725 tot 1730, voor het hof van Eisenach nieuwscorrespondent voor Noord-Europa. Hij kende daardoor veel ambassadeurs in Hamburg en hij onderhield contacten met zijn correspondenten in Parijs, Londen, Den Haag, Kopenhagen, Moskou, Denemarken, Berlijn, Polen, Wenen en Hannover.
Beroemd waren zijn werken als “Der getreue Music-Meister’ en ‘Tafelmusik’. In het eerstgenoemde bood hij eenvoudige bewerkingen van eigen en andermans werk aan, zodat men thuis muziek kon maken.
Netwerken en marketing in de kunst, je eigen muziek pluggen, hoe modern wil je het hebben? It’s the economy, stupid!

Huwelijk

Niet alles ging van een leien dakje. Vooral zijn huwelijksproblemen waren spekje voor het bekje van heel Hamburg. Over zijn vrouw Maria Katharina werd heel wat afgeroddeld. De aanleiding vormde haar buitenechtelijke verhouding met een Zweedse officier. Geschriften en zelfs een marionettenvoorstelling dreven er verlekkerd de spot mee. Telemann lijkt geantwoord te hebben met een opera: ‘Pimpinone oder Die ungleiche Heirat’, een werk dat Pergolesi later inspireerde voor zijn opera ‘La serva padrone’ (De dienstmeid als mevrouw).
Maria Katharina had bovendien een flinke som geld vergokt, 4000 Reichsthaler, vergelijkbaar met bijna € 300.000 nu. Toch had hij de opbrengst van een door vrienden georganiseerde inzameling in feite niet nodig. Geld zat. In 1736 scheidden de echtelieden en Anna ging terug naar Frankfurt, - naar een klooster zeggen sommigen, waar ze in 1775 stierf (en niet vlak na de scheiding, zoals een Hamburgs gerucht uit die tijd beweerde).

Ouder geworden bekommerde Telemann zich vooral om de uitgave van zijn werk en verdiepte hij zich in zijn nieuwe muziektheorie waarover 'Das neue musicalische System' publiceerde.

Net als Bach kreeg hij op het eind van zijn leven last van oogkwalen, die hem natuurlijk buitengewoon hinderden in zijn vele werkzaamheden.

Zijn vrije tijd besteedde hij op zijn oude dag aan het kweken van zeldzame planten, een hobby die hij deelde met zijn oude vriend Händel. ‘…ik doe je een kist met planten cadeau die volgens kenners van voortreffelijke kwaliteit zijn en bewonderenswaardig zeldzaam. Ook als ze niet de waarheid vertellen, heb je toch de beste planten van heel Engeland in je bezit, en het seizoen is nog niet zo ver gevorderd dat ze niet meer zullen bloeien. (Händel aan Telemann, Kerstmis 1750).

Ongelooflijk veel werk heeft hij tot stand gebracht, waarvan veel verloren gegaan is. Zo moet hij tegen de 20 jaargangen kerkcantates hebben gecomponeerd, 6 missen, 13 psalmen, 5 oratoria, tientallen opera’s en passies. Daarnaast staan meer dan 1000  instrumentale werken op zijn naam. Er wordt beweerd dat hij zelf niet meer wist wat hij allemaal had geschreven.

Als kenner van de modernste muziekstijlen (en van veel instrumenten) had hij iedereen iets te bieden. Die veelzijdigheid en de vaardigheden van een handige zakenman maakten hem tot de populairste en beroemdste componist van zijn tijd. Hij heeft meer geproduceerd dan welke andere Duitse componist ook. Misschien is hij zelfs wel wereldrecordhouder componeren. Daar staat tegenover dat zijn werk niet de diepgang had van dat van Johann Sebastian Bach, die niettemin veel minder gewaardeerd werd. Áls er al over Bach gesproken werd dat had men het in die tijd over Telemanns petekind, Carl Philipp Emmanuel Bach, die de oude meester als cantor in Hamburg opvolgde, toen die in 1767 aan ‘een borstkwaal' kwam te overlijden.

Naar boven