Johann Baptist Hilber

Johann Baptist Hilber
Johann Baptist Hilber
Wil, Zwitserland
Wil, Zwitserland
Sankt Leodegar, Luzern
Sankt Leodegar, Luzern
Johann Baptist Hilber
Johann Baptist Hilber

Johann Baptist Hilber (1891-1973)

De Zwitserse componist Johann Baptist Hilber is in 1891 in Wil, ten zuiden van het Vierwoudstedenmeer, geboren en in 1973 in Luzern gestorven.

Leven

Zijn vader was ambtenaar en amateurzanger. Hij stuurde zijn zoon – een van vijf kinderen – al vroeg naar de pianoles, in 1898. Vanaf zijn 14de bezocht Johann het Gymnasium in Engelberg, ten zuiden van zijn geboorteplaats. Toen al componeerde hij zijn eerste pianostukken.  Na een jaar conservatorium in Zürich ging hij naar Keulen (1911), waar hij zijn diploma als concertpianist en componist behaalde.

Carrière

Hij is onder andere dirigent van de Schweizerische Kirchenmusikschule in Luzern en Kantonaldirektor van de zangverenigingen in het kanton Luzern geweest.

Naast het praktische werk was hij ook actief op theoretisch gebied: redacteur van muziektijdschriften, speciaal voor katholieke kerkmuziek. In 1966 eindigde zijn loopbaan. Allerlei cultuurprijzen werden hem verleend en in 1950 werd hij Doctor h.c. (honoris causa, eredoctor) aan de universiteit van Freiburg.

Na een zenuwinzinking in 1943 was zijn rechter arm verlamd, en in 1962 werd bij hem kanker geconstateerd. Enige jaren later kreeg hij twee keer een beroerte. Op 30 augustus 1973 stierf hij aan een hartverlamming en werd vier dagen later in de ‘Gräberhallen’ van de kloosterkerk in Luzern bijgezet.

Doofheid

Kort nadat hij in 1963 zijn mis ‘Vox clamantis in deserto’ ('Stem van een roepende in de woestijn’) had voltooid schreef hij over zichzelf:
Mijn gehoorproblemen waren, zoals ik nu weet, verschrikkelijk. Maar het leven en zijn eisen waren sterker dan de ziekte. En ik weet nu dat ik er onderdoor gegaan zou zijn, als ik in mijn werkzame leven had geweten, wat ik nu weet. Ik hoorde maar de helft van de muziek: de hoge en de lage tonen kon ik niet horen. Maar mijn mee-luisterende, mee-wetende en mee-vormende  fantasie completeerdehetgeen ik wel hoorde, zo goed als het ging. Het gehoordefect heeft heinmiddels van deze ‘hulp van de fantasie’ gewonnen; de muziek ben ik voor het grootste deel kwijtgeraakt.
En dan te bedenken dat mijn leven voor het grootste deel in het teken stond van het klankwonder dat we muziek noemen. Ik ben musicus geweest met iedere zenuw, elke druppel bloed, met de vanzelfsprekendheid waarmee men musicus is, als men als musicus geboren is.

De muziek.

Het werk volgt het gewone misformulier. Bijzonder zijn het Kyrie, dat enigszins doet denken aan de orthodox-kerkelijke kerkmuziek en het Credo, dat voor een deel eenstemmig in gregoriaanse stijl is gecomponeerd.

Hilber zelf zegt over het werk:
Deze mis is met opzet kort en eenvoudig gehouden. Het is geen veeleisende feestmis, die alleen door gekwalificeerde koren kan worden uitgevoerd, maar ze is bedoeld om tijdens de zondagse hoogmis door een kleiner koor uitgevoerd te worden. Ze bevat geen solo’s, wat men hoort is ‘Chor und Gesamtklang’.  Het werk is opgedragen aan Sint Franciscus, Gods Troubadour, die met zijn Zonnelied al het geschapene oproept God te loven. Daarom blijft de mis ver van ‘gezocht en eigenzinnig’ en drukt ze liefde en eenvoud uit. Ze wil als gebed, lof- en danklied gezongen zijn, geheel in de geest van de Poverello van Assisi.

Franciscus-mis

Naar boven

logo-1-icon
logo-4-icon
logo-5-icon
logo-11-icon