Michael Haydn (1737-1806)
Uit het leven van Michaël Haydn:
Het huis waar Michaël Haydn geboren werd, staat er nog altijd: in Rohrau (Oostenrijk), niet ver van Bratislava.
Gezin
Van de twaalf kinderen die er geboren werden, zijn er zes volwassen geworden, onder wie de beroemde Joseph (1732-1809), Johann Evangelist (gest. 1805) en Johann Michaël (1737-1806), die door zijn vader altijd Hannsmichl genoemd werd. In de muziekboeken wordt hij meestal met de naam Michaël wordt aangeduid.
Die vader, Matthias, was wagenmaker en werd later ambtenaar in dienst van de graaf. Op één van zijn reizen als 'Wagner' had hij een harp op de kop getikt, die hij zichzelf leerde bespelen. Hij kon er volksliedjes mee begeleiden. Van een muzikale opleiding thuis moesten de jongens en meisjes Haydn het dus niet hebben.
Musikschule Stephansdom
Tot verdriet van zijn moeder werd Michaël, toen hij een jaar of zes, zeven was, naar de muziekschool van de Stephansdom in Wenen gehaald, een internaat waar de jongens tot kerkzanger werden opgeleid. Zijn oudere broer Joseph zat daar al een paar jaar.
Karl Reutter, de dirigent van het jongenskoor, was niet zo'n gevoelig type. Michaël schijnt op latere leeftijd gezegd te hebben dat hij in die mooie kerk wekelijks een pak slaag kreeg. En het kon nog erger. Toen oudere broer Joseph rond zijn vijftiende de baard in de keel kreeg, schijnt Reutter het argeloze manneke met bagatelliserende opmerkingen enthousiast te hebben gemaakt voor een kleine operatie. Dan zou hij voor altijd zo'n mooie jongensstem houden. Doordat vader Matthias, die van niks wist, vlak voor de operatie toevallig in Wenen aankwam, kon hij de ingreep ternauwernood voorkomen. (Zegt men.) Hij was ‘not amused’.
Michaël moet een prachtige stem gehad hebben. De keizerin was zo onder de indruk van zijn zang dat ze hem 24 dukaten gaf. De helft gaf hij aan zijn vader, de andere helft zou Reutter bewaren. Het verhaal wil dat die het geld heel goed bewaard heeft. Te goed, kun je wel zeggen...
Reutter gaf nauwelijks muziekonderwijs. Dat moesten de jongens bij particuliere pedagogen inhalen. Of bij oudere-jaars. Zo gaf Joseph als een soort tutor les aan Michaël en aan Johann Evangelist, die ook lid van het koor was.
Carrière
Na de zangschool studeerde Michaël viool en orgel en werd vervangend organist in de Stephansdom. Na twee jaar sappelen als kapelmeester en hofcomponist bij een bisschop in een (nu) Roemeens stadje, kreeg hij rond 1762 een aanstelling als Musikdirector van de aartsbisschop van Salzburg.
De familie Mozart woonde ook in Salzburg en juist in die tijd ging hun faam de wereld over. Met Wolfgang (1756 -1791), het toen zesjarige muzikale wonderkind, kon Michaël het goed vinden, maar met vader Leopold was de relatie minder stabiel. Die zag hem vaak als concurrent van zijn begaafde, maar arme zoon.
Fransen in Oostenrijk
Toen de Fransen eind 1800 Salzburg ingenomen hadden, ging het met zijn inkomen bergafwaarts. Het gouden horloge van de keizer en extra opdrachten van de keizerin boden te weinig soelaas. Toch ging Michaël in 1801 niet in op een aanbod om broer Joseph op te volgen als Kapellmeister bij de vorst van Esterházy in Eisenstadt, want hij verwachtte dat de omstandigheden in Salzburg spoedig beter zouden worden, wat niet het geval was. Achteraf had hij spijt van zijn weigering. (Johann Nepomuk Hummel kreeg de baan.)
Hoe beroemd hij in zijn tijd was, blijkt ook uit de vraag van de groothertog van Toscane om naar Florence te komen. (Wat hij ook weigerde; hij wilde niet weg uit Salzburg.)
In 1804 werd hij lid van de Zweedse Muziekacademie.
Michaël stierf op10 augustus 1806 in zijn huis in de Festungsgasse binnen de benedictijner abdij van St.Peter in Salzburg. Zijn graf kan nog altijd bezocht worden op het Petersfriedhof.
Een van de monniken beschreef hem als een rustige en bescheiden man, die niet dronk of gokte en altijd gematigd was in zijn oordeel, ook over het werk van anderen.
Werken
20 missen (Missa in honorem Sanctissimae Trinitatis, 1754)]
Motetten en kerkhymnen, zoals Salve Regina, Magnificat en Victimae Paschali;
3 opera's (Die Hochzeit auf der Alm)
38 symfonieën;
Hoorn-, fluit-, viool- en trompetconcerten
Kamermuziek;
Passiemuziek;
De klassieke Paaslofzang 'Victimae Paschali' is wel 1000 jaar oud. Het is een 'sequens,' een lied dat tijdens de mis ontstaan is door in plaats van een langgerekte slot-a van het 'Halleluja'-gezang op die melodie een tekst te zingen. Het genre tierde welig en in de loop van de tijd werden de teksten steeds profaner en zelfs schunnig.
In 1570 verbood het Concilie alle sequensen - op vijf na, waaronder "Victimae Paschali", het loflied op het Paaslam.
De compositie van Michaël Haydn is in 1784 geschreven en uitgegeven onder de breedvoerige titel: Sequentia in festivitate Resurrectionis D[omin]ni Nostri J[esu] C[hristi] del Sig[no]re Michele Haydn Maestro di conc[er]to di S[ua] A[ltezza] R[everendissima] à Salisburgo.
(Sequens voor het feest van de Opstanding van onze Heer Jezus Christus door de heer Michaël Haydn, concertmeester van Zijne Doorluchtige Hoogheid te Salzburg.)