Verslagen en vrij proza

Coulissenlandschap bij Oirschot
Coulissenlandschap bij Oirschot

Staub.

Op dit, het moment van schrijven, is het 4 mei, zondagmorgen kwart voor tien. Een week geleden stonden we na een kort inzingkwartiertje af te wachten hoeveel gelovige zangliefhebbers onze uitvoering van Schuberts Deutsche Messe zouden komen beluisteren. Gezien het prachtige weer viel dat reuze mee. Het honderdtal gelovigen op een gewone zondag zal de pastoor tevredengesteld hebben.

De Deutsche Messe. Hoe vaker ik het werk heb gerepeteerd, hoe meer ik me erover verwonderde. De 18de-eeuwse teksten zijn voor de doorsnee-gelovige, ook de Duitse, ouderwets en druipend van piëtistische vroomheid. Herr und Heiland, Schuld en Huld, Freude en Liebe, Herz en Schmerz. En vol ontoegankelijke, mysterieuze uitdrukkingen: Und alles regt und reget sich. (En alles beweegt en beweegt zich?😳 ) Was kann dafür ich Staub Dir geben? (God weet welke associaties dit bij de eenvoudige huisvrouw heeft opgeroepen.)

Maar de melodieën zijn eenvoudig, op het saaie af, duidelijk toegesneden op het meezingen door een volle kerk of op de uitvoering door een zelfs middelmatig koor. Simpele akkoorden, gedragen tempo, veel herhaling en een fermate aan het eind van menige tekstregel om zangers en luisteraars weer op adem te laten komen.
De liederen liggen lekker in het gehoor. En daar gaat het om. De kerkganger moet naar huis gaan met in zijn hoofd de muziek die hij onwillekeurig nog eens afdraait met tekst en al. Zo werkt het lied nog beter dan een goede preek.

Die combinatie van simpele vorm en geleerde inhoud maakt de uitvoering juist zo moeilijk. Van de melodieën kun je pittige marsen of jolige walsjes maken. De tekst daarentegen vraagt om vroomheid en ernst. Daartussen ligt het smalle paadje van een evenwichtige uitvoering. We zijn er na al die repetities, denk ik, in geslaagd het werk adequaat uit te voeren; gedisciplineerd, geconcentreerd en met de juiste variatie in tempo en expressie. Al moet je in de kerk zitten om dat echt te kunnen vaststellen. Gelukkig bleken veel luisteraars heel tevreden. Het was mooi, ingetogen met een simpel orgeltje als begeleiding.

Graag had ik het resultaat beklonken met een zondagse kop koffie-met-een-lekkere-appeltaartpunt-annex-slagroom, maar dat kwam er deze keer niet van. Het bleef bij een koffietje-staandebeens-achter-in-de-kerk.

Ik moest het verder een week lang doen met die irritante oorwormen, van die losgeslagen liedflarden, die ik overdag en vooral ook ’s nachts tevergeefs heb proberen te negeren. Ik heb er op den duur een passend gezicht bij getrokken, vrees ik.

Maar misschien heb ik ze door dit verslagje wel voorgoed verslagen.

Albert, 4 mei 2025.